De Duitse verdedigingslinie in het westen, de Westwall, lag vlakbij en de bezetters waren in stelling gegaan achter het grensriviertje de Worm. Kasteel Rimburg, dat op de Duitse oever van de Worm ligt, vormde een steunpunt in de verdedigingslinie.
Dankzij een ondergronds gangenstelsel konden de Duitse militairen het Middeleeuwse kasteel telkens opnieuw binnendringen en de Amerikanen onder vuur nemen. Drie dagen duurde de strijd om het kasteel. Onvervangbare kunstschatten gingen daarbij verloren.
Op 2 oktober werd Rimburg bevrijd en braken de Amerikanen op dit punt door de Westwall. Een volgende fase in de omsingeling van Aken kon beginnen. De strijd had het leven gekost aan ruim honderd militairen.