In 2018 schreef Harrie-Jan Metselaars het boek ‘En toen waren ze weg’ over de Jodenvervolging in Gennep. Sinds dat jaar liggen verspreid door het centrum 22 struikelstenen die de Gennepse slachtoffers van de Sjoa een naam geven.
De betonnen keitjes met een plaatje van messing, waarop enkele persoonlijke gegevens staan, zijn overal in Europa te vinden. Ze zijn bedoeld als kleine, individuele monumenten voor de slachtoffers van het nationaalsocialisme: Joden, Sinti en Roma, politieke gevangenen, dienstweigeraars, homoseksuelen, Jehova’s getuigen en mensen met een geestelijke of lichamelijke beperking. De steentjes zijn ingemetseld in het trottoir voor de originele woning van het slachtoffer.