Hoewel de frontlijn vanaf 17 september 1944 licht heen en weer golfde, veranderde die tot de bevrijding in februari 1945 nauwelijks van plaats. Het dorp Middelaar lag in niemandsland en Duitse troepen namen bezit van het ontvolkte Milsbeek.
Tussen Middelaar en Milsbeek, ter hoogte van de beboste Maasduintjes. richtten de Duitsers een verdedigingslinie in. Ter plaatse verrees een grote bunker die omgeven werd met stellingen, loopgraven en schuttersputjes. Ook werden mijnenvelden aangelegd. Met kruiwagens en karretjes werden de talrijke doden en gewonden naar een boerderij in de buurt gebracht die dienst deed als noodverbandplaats. Van hieruit gingen ze op karren naar een hospitaal of begraafplaats. Overigens werd direct ten oosten van Milsbeek, ter hoogte van de Kroonbeek, een sterkere verdedigingslinie aangelegd.