Aanvankelijk werden de Joodse erediensten gehouden op de zolder van een pand aan de Keulsepoort, maar in 1827 verhuisde de provisorische synagoge naar het voormalige protestantse armeninstituut aan het Helschriksel. De Joodse gemeenschap bloeide als nooit tevoren wat ertoe leidde dat in 1865 een gloednieuwe synagoge aan het Maasschriksel in gebruik kon worden genomen. De bouw was tot stand gekomen dankzij financiële bijdragen van particulieren, koning Willem I, de stad Venlo en de Provincie. Tijdens de hevige bombardementen in oktober en november 1944 liep de synagoge zware schade op. Een deel van de Torarollen en de rituele voorwerpen bleef gespaard.
Tot 1947 vonden de religieuze bijeenkomsten plaats in een zaaltje van de protestantse kerk en gedurende de jaren 1960 kende Venlo korte tijd een liberaal Joodse gemeente.
In 1965 viel het definitieve besluit om de beschadigde en in verval geraakte synagoge niet te restaureren; het gebouw werd afgebroken. In 1975 werd de plaatselijke joodse gemeenschap opgeheven.
Aan de voet van het Venlo’s bevrijdingsmonument aan de Monseigneur Boermanstraat is een gedenkplaat bevestigd ter nagedachtenis aan de gedeporteerde en vermoorde Joden.