Het Rijnlandoffensief vormt aan het Westfront één van de slagen waar de zwaarste gevechten plaatsvinden en grootste verliezen geleden worden; de strijd om de Nederrijn en de oversteek over de Rijn (Operaties Veritable, Grenade, Blockbuster, Plunder en Varsity). De geallieerde luchtmachttroepen kregen de rol toebedeeld om massaal ondersteuning te bieden aan de grondtroepen. Daarvoor werden tijdelijke vliegvelden ingericht, bij de Amerikaanse troepen gecodeerd met Y. en bij de Britse troepen B. gekenmerkt door een oplopende nummering en vernoemd naar een nabijgelegen plaats. Het eerste vliegveld van de Royal Airforce op Duits grondgebied, ‘B.100 Goch’ werd in februari/maart 1945 ten zuiden van Weeze ingericht door eenheden van de genie. De landingsbaan met geperforeerde stalen platen had een lengte van 1.080 meter. Er was een noodlandingsbaan en schuin daar tegenover een 900 meter lange groenstrook voor transportvliegtuigen. Britse en Canadese eenheden uitgerust met Spitfires en Typhoons voerden vanaf 4 maart 1945 luchtaanvallen uit op de Duitse troepen ten oosten van de Rijn.
De grootste geallieerde luchtlanding op één dag vond plaats in het luchtruim van Hamminklen (Operation Varsity). Eind april, na de succesvolle Verovering van het Ruhrgebied, trekt het leger verder en verplaatsen de militaire vliegtuigen van B.100 naar meerdere plaatsen richting het Noord Duitsland. B.100 werd weer opgeheven.