Oost-Europese en Russische krijgsgevangenen en dwangarbeiders werden in de Roerstreek ingezet om stellingen te graven voor de Maas-Rurstellung en de Rurstellung (onder de zogenaamde Organisation Todt).
Deze uitgebreide verdedigingswerken werden door de Duitsers aangelegd in een poging om de westelijke geallieerden een halt toe te roepen voordat deze het Ruhrgebiet zouden bereiken. Elke dag werden deze mensen gedwongen om tankgrachten, loopgraven en onderkomens te graven in een poging een gestructureerde verdediging op te werpen vóór het Ruhrgebied, als uitbreiding voor de befaamde Duitse Westwall.
Menig Oost-Europese vrouw (het waren met name vrouwen) werd mishandeld en verkracht. Ook werd een deel van de plaatselijke bevolking gedwongen om te gaan graven voor de bezetter. Dit is lokaal bekend als het ‘sjansen’. Enkele van de dorpsbewoners leerden op den duur een aardig woordje Russisch en enkele Russische vrouwen zijn na de oorlog blijven wonen in Herkenbosch.