Als onderdeel van de verdedigingslinie Atlantikwall realiseerde de Duitse bezetter op Schiermonnikoog een volledig bunkerdorp, bekend als de “Schleistelling” of “Schleidorp”. In de duinen langs het strand verrezen bunkers, radarsystemen, woon- en barakkencomplexen en luchtafweergeschut. De kern van het bunkerdorp was een zware Wassermann-radarbunker op een duin, die echter nooit volledig werd uitgerust met de geplande antennemast.
Bezetting en dagelijks leven
Gedurende de oorlogsjaren waren er op dit kleine eiland ruim zevenhonderd Duitse militairen gestationeerd — bijna evenveel als de ongeveer achthonderd eilandbewoners. Grote delen van het eiland werden aangemerkt als Sperrgebiet; bewoners mochten zich vrijwel alleen in en rondom het dorp bewegen, het toerisme stopte en bezoek van buitenaf werd onvermijdelijk geweerd. De bouw van de stellingen bood wel werk aan mannen van het eiland, waardoor zij vaak de tewerkstelling in Duitsland ontliepen.
Bevrijding
De bevrijding van Schiermonnikoog vond later plaats dan op het vasteland. Op 25 mei 1945 arriveerden de eerste Canadese troepen, en op 11 juni werden de laatste Duitse militairen van het eiland afgevoerd waarmee Schiermonnikoog het allerlaatste stukje bevrijd Nederland werd. Veel bunkers verdwenen of raakten verborgen onder zand, maar de sporen zijn nog steeds zichtbaar in het landschap van Schiermonnikoog. Het bunkerdorp, de smalspoorlijn, de loopgraven en de resterende bunkers maken onderdeel uit van het militair erfgoed van het Waddengebied.