#Verhaal
Het strategisch belang van de Waddeneilanden
Tijdens de Tweede Wereldoorlog bevond Nederland zich letterlijk tussen twee vuren. Het land was door Duitsland bezet, maar lag strategisch tussen het Derde Rijk en Engeland. In het luchtruim boven Nederland woedde een felle strijd.
Veel geallieerde bommenwerpers kozen voor een route ten noorden van de Waddeneilanden. Zo konden ze zo lang mogelijk boven zee blijven en het Duitse luchtafweergeschut (Flak) op het vasteland vermijden. Voor de Duitse bezetter werd dit gebied daarom de buitengrens van het ‘Duizendjarige Rijk’, waar scherpe bewaking noodzakelijk was.
Om deze reden bouwde de bezetter langs de hele Nederlandse kust radarposten. Een van de eerste was Radarstelling Tiger op Terschelling. Vanaf hier kon de bezetter al in 1941 geallieerde vliegtuigen onderscheppen.
De komst van radar
De inzet van radar – een afkorting voor Radio Detection And Ranging – veranderde de luchtoorlog ingrijpend. Deze technologie maakte het mogelijk vliegtuigen op honderden kilometers afstand te signaleren en hun koers te volgen. Waar men eerder afhankelijk was van uitkijkposten, kon de Duitse bezetter nu veel sneller reageren. Bij Radarstelling Tiger werden naderende bommenwerpers soms al op 300 kilometer afstand ontdekt. De gegevens kwamen terecht in de Bertha-commandobunker, waar een grote kaart met sectoren lag. Daarop werden alle meldingen en posities bijgehouden.
De rol van de Jaegerleitofficier
Wanneer de Luftwaffe besloot jagers in te zetten, kreeg de Jaegerleitofficier (JLO) de leiding. Hij stond via radiocommunicatie in contact met de piloten en gaf aanwijzingen over koers en hoogte. Zo werden de Duitse jagers vanaf de grond naar hun doelwit gestuurd.
Radarstelling Tiger was daarmee een cruciale schakel in de luchtverdediging. Zonder deze vroegtijdige waarschuwing zouden Duitse jagers vaak te laat zijn geweest en hadden de geallieerden hun doelen vrijwel ongehinderd bereikt. Hoewel de oorlog uiteindelijk door de geallieerden werd gewonnen, liet Radarstelling Tiger zien hoe technologische vernieuwing de strijd beïnvloedde.