Voor de aanleg schakelde de Duitse bezetter de firma I.C. Kooijman van Vlieland in. Opzichter was de Terschellinger Doeke Doeksen, die getuige was van besprekingen tussen de Duitse bezetter en zijn werkgever. Doeksen maakte schetsen van de bunkers in aanbouw en speelde deze informatie door aan een Belgische verzetsgroep. Hoewel er destijds vermoedens bestonden dat hij collaboreerde, bleek het tegendeel waar. Na de oorlog ontving hij in Den Haag zelfs een onderscheiding van de Belgische ambassadeur.
De bouw stond onder leiding van de Organisation Todt (OT), de Duitse bouwmaatschappij die verantwoordelijk was voor vele verdedigingswerken in het Derde Rijk. De Duitsers voerden een strak systeem in: de bunkers werden gebouwd volgens standaardontwerpen, de zogeheten Regelbauten. Elk type had een eigen bouwnummer en specificaties. Dit maakte snelle en uniforme bouw mogelijk.
Materiaal en logistiek
Alle bouwmaterialen moesten vanaf het vasteland worden aangevoerd. Per rijnaak arriveerden complete pakketten: cement, stenen, wapens, waterpompen, aggregaten, kranen en betonmolens, maar ook gedwongen arbeiders om de zware klus te klaren. Vanuit de haven reden kleine treintjes naar een overslagterrein, waarna paard en wagen, vrachtwagens of opnieuw paarden de lading naar de stelling brachten.
Om de eerste Duitse militairen onderdak te bieden, werden aanvankelijk houten barakken gebouwd, zorgvuldig gecamoufleerd om ze vanuit de lucht minder zichtbaar te maken. Daarna volgde de aanleg van de eerste bunkers.
Weerstand tegen bommen
Elke bunker moest voldoen aan strenge eisen. Ze waren berekend op mitrailleurvuur, de inslag van lichte en zware bommen en op scherfwerking. Naast veiligheid moest er ook aan praktische zaken worden gedacht. Zo werd de stelling aangesloten op het Terschellinger hoogspanningsnet. De bezetter betaalde hier de normale kosten voor. Sanitaire voorzieningen waren schaars en eenvoudig. Verspreid over de stelling stonden enkele toiletten, waarvan de afvoer via stapel- en bezinkputten verliep; een riolering was er niet.