Bij nacht en ontij trokken de Schnellboote erop uit om op de Britse konvooiroute in het Kanaal mijnen te leggen. Ditzelfde gebeurde ook weer door de Engelse motortorpedoboten (MTB). Met dit kat en muis spel hielden de beide ‘tegenstanders’ elkaar gedurende de oorlog bezig. Zonder gevaar was dit niet, zo kwam het regelmatig tot een treffen tussen de Duitse en Engele boten.
De Torpedo opslagbunker werd al vroeg in de Tweede Wereldoorlog in opdracht van de Kriegsmarine gebouwd. De bunker diende om de grote voorraad aan zeemijnen en torpedo’s voor de Schnellboote veilig op te slaan. De bunker kreeg muren en dak van meters dik gewapend beton. De toegang werd afgesloten door stalen deuren. In geval van dreiging kon er voor de stalen deuren een betonnen blok worden neergelaten. Op deze manier was de bunker hermetisch van de buitenwereld af te sluiten.
De minebunker ofwel torpedo-opslagbunker kreeg als bunkernummer mee, nummer 5606. Iedere bunker in de Atlantikwall had namelijk zijn eigen unieke bunkernummer. En zo dus ook de opslagbunker voor munitie in de Festung IJmuiden.
De bunker werd voorzien van camouflagenetten en geschilderd in de kleuren van het omliggende duin. Hier en daar zijn er nog fragmenten van de oorspronkelijk kleur terug te zien.
Door middel van een spoorlijntje was de bunker verbonden met de Schnellbootbunker waarin de Schnellboote lagen afgemeerd. Op deze manier konden mijnen en torpedo’s eenvoudig en snel getransporteerd worden.
De bunker is van buiten vrij te bezoeken. Binnen in de bunker zijn oefenruimtes voor popbands gesitueerd. De bunker draagt daarom nu ook de toepasselijke naam ‘Popbunker’. De bunker is eenmaal per jaar van binnen te bekijken, en wel op Bunkerdag.