Het is leuk wandelen langs de druk bevaren Nieuwe Waterweg. Aan het begin van het Noorderhoofd, beter bekend als de pier van Hoek van Holland, is het Atlantikwall Museum Hoek van Holland gevestigd in een grote geschutsbunker. Destijds bestreek het kanon de vaarroute. Na de bevrijding is de bunker door de Koninklijke Marine als radarstation in gebruik genomen waaraan de opvallende betonnen radaropstand op het dak nog aan herinnert.
De bunker markeert ook het begin van een twee meter dikke antitankmuur evenwijdig aan de pier. Er zijn tientallen meters zichtbaar, voordat de muur verdwijnt onder het duinzand. Verderop langs de pier maakte de muur een knik naar het noorden en lag anderhalve kilometer langs het strand evenwijdig aan de Strandboulevard richting de Zeetoren. In de muur waren meerdere geschutsbunkers gebouwd. De geallieerde troepen die met landingsboten op het strand zouden komen stuitten op de muur en konden niet doorstoten terwijl Duitse mitrailleurs, mortieren en kanonnen op hen blijven vuren.
Na de oorlog is een klein deel van de muur gesloopt om toegang te krijgen tot het strand via de Badweg, waar je aan beide zijden van de weg de muur ziet verdwijnen onder de weg. Op deze plek staat ook ‘Bunker 2’, een geschutsbunker die eveneens deel uitmaakt van het Atlantikwall Museum Hoek van Holland.
Het landschap in Hoek van Holland is enorm veranderd sinds WO2. Aan de noordkant van de Nieuwe Waterweg is veel zand opgespoten. Daardoor ontstond een nieuw duinlandschap en ligt het strand nu zo’n achthonderd meter westelijker dan tijdens de Tweede Wereldoorlog. Je ziet de bunkers dus niet meer in hun historisch ruimtelijke context. Zo heeft de Strandboulevard alleen nog maar in naam een relatie met het strand en is de pier veranderd in een wandelpromenade.
Aan de zuidkant van de Nieuwe Waterweg zie je industrie en haventerreinen waar eens het internationaal vermaarde vogeleiland De Beer lag. Hier bouwden de Duitsers de meeste bunkers in Nederland en stond het zwaarste geschut. De drie kanonnen van Marine Küsten Batterie Rozenburg met een kaliber van 28 cm konden met hun bereik van 42 kilometer vuren op vijandelijke schepen op de Noordzee, maar ook landinwaarts tot in Leiden of Zwijndrecht.
Het gebied vol verlaten bunkers bleef tot in de jaren zestg van de vorige eeuw een dynamisch duinlandschap met weidse strandvlaktes. Daarna is het eiland De Beer compleet vergraven (en verdwenen) voor de Rotterdamse haven en industrie die zich in razend tempo uitbreidden. Olieraffinaderijen en containerterminals vestigden zich tussen stad en strand. Met het unieke natuurmonument verdwenen ook alle bunkers van het zuidelijk deel van de voormalige Festung Hoek van Holland.