Het complex werd in de volksmond Heesterhof genoemd, vanwege de heesters die hier destijds groeiden. De locatie heeft een beladen geschiedenis omdat evangelist Leendert van der Meer hier is gefusilleerd. Hij hielp twee weken voor zijn executie nog een aantal stakende personeelsleden van de spoorweg aan onderduikadressen. Van der Meer was onder de bevolking bekend omdat hij mensen uitnodigde om bij hem naar de illegale radiozenders te luisteren. Als de Duitsers een verboden radio vonden leidde dit voor de betrokkene in het gunstigste geval tot een week hechtenis, maar dit was op Voorne in het najaar van 1944 heel anders.
De geallieerden rukten na de invasie op de stranden van Normandië (D-day 6 juni) snel op en bereikten Zeeland en Brabant. Door het naderende front waren de Duitsers gespannen en er heerste een grimmige sfeer. Elk vermeend verzet moest de kop worden ingedrukt. Na een vondst van een aantal radio’s elders op Voorne dreigden de Duitsers één op elke tien mannelijke inwoners dood te schieten. Toen de Ortskommandant was getipt dat in het evangelisatiegebouw in Oostvoorne illegaal naar Radio Oranje werd geluisterd ondernamen ze tijdens de uitzending van 9 oktober 1944 actie.
Van der Meer zat met enkele vrienden nietsvermoedend aan de radio gekluisterd toen het geluid van de deurbel hen opschrikte. Snel verstopten ze het toestel, maar de zoekende soldaten vonden onder de preekstoel een ander exemplaar dat ondanks de dikke laag stof voldoende aanleiding vormde iedereen op te pakken. Ze werden naar Heesterhof gebracht en in een bunker gevangen gezet.
Tijdens het verhoor door de Sicherheitsdienst twee dagen later zou Leendert van der Meer hebben toegegeven lid te zijn van een illegale organisatie. Hij weigerde namen te noemen en gaf aan dat zijn bezoekers er buiten stonden. Zij kwamen er dan ook met een korte werkstraf vanaf, maar voor hemzelf was er geen clementie. In hun bijzijn werd hij nog dezelfde dag geëxecuteerd door een vuurpeloton. Zijn evangelisatiegebouw werd in brand gestoken als waarschuwing aan de bevolking en weduwe Van der Meer werd van het eiland verbannen. Langs het Sipkesslag staat een plaquette met QR-code voor meer informatie ter nagedachtenis aan deze droevige gebeurtenis.
Na de oorlog waren de bunkers veel mensen een doorn in het oog omdat ze herinnerden aan een verschrikkelijke tijd. De betonnen puisten in het landschap moesten worden verwijderd of zoveel mogelijk aan het oog onttrokken. Natuurbeschermer Cees Sipkes liet om die reden Oostenrijkse dennen plantten om de bunkers te maskeren. De bomen wortelen niet diep en zijn daarom geschikt het stuivende duinzand op de bunkers vast te houden.