Frans Dalstra werd geboren op 13 april 1902 te Surhuisterveen. Voor 1940 was de grondwerker actief lid van de communistische partij. Tijdens de bezetting weigerde hij voor de bezetter op het Leeuwarder vliegveld te gaan werken en dook onder. Zijn verzetsactiviteiten bestonden hoofdzakelijk uit het verspreiden van de illegale bladen Het Noorderlicht en De Waarheid. Samen met kapper Piet Keverkamp uit Houtigehage was hij verantwoordelijk voor een tamelijk groot verspreidingsgebied. Dalstra werd als gevolg van verraad gearresteerd toen hij op 22 januari 1941 zijn ouders bezocht. Hij werd naar het Huis van Bewaring in Groningen vervoerd. Via kamp Amersfoort werd hij in juli 1941 naar het concentratiekamp Buchenwald gedeporteerd. Op 15 juli 1942 stierf de 40-jarige Dalstra in de steengroeven van Gross-Rosen.
Sietze Gjaltema werd geboren op 25 mei 1920 in Surhuisterveen. Hij was werkzaam in de landbouw. In september 1944 ontmoette hij Jan Gjaltema uit Opende (provincie Groningen). De twee mannen waren echter geen familie van elkaar. Jan vroeg of Sietze met hem mee wilde gaan naar Tolbert, waar hij geld ging halen bij iemand met wie hij een handeltje had gedaan. De koper bleek een NSB'er te zijn, die weigerde te betalen. Toen de mannen het huis van de NSB'er verlieten, heeft Jan enkele kledingstukken van de kapstok meegenomen als 'aanbetaling' voor zijn verkochte goederen. Vervolgens heeft de NSB'er de Landwacht gebeld, die de Gjaltema's onderweg opwachtte.Terwijl Jan vluchtte, schoot hij op zijn belagers. De Landwachters zetten de achtervolging in, maar konden hem niet meer te pakken krijgen. Sietze werd meegenomen naar de marechausseekazerne in Marum. Via het Scholtenhuis in Groningen werd hij naar het kamp Westerbork in Drenthe getransporteerd. Hier werd hij op 12 oktober 1944 met zeventien andere gevangenen gefusilleerd. Zijn stoffelijk overschot werd gecremeerd en de urn werd bijgezet op de Algemene begraafplaats Esserveld in Groningen.
Taeke Schuilenga werd geboren op 29 oktober 1878 te Surhuisterveen. Hij was medeoprichter van de Spaar- en Voorschotbank en directeur van de plaatselijke beschuitfabriek. De 29ste oktober 1943 zijn verzetsmensen op weg om Pier Nobach, de "duivel van het Westerkwartier", te vermoorden. Nobach verrichte verschillende soorten diensten voor de bezetter. Hij was berucht vanwege de jacht op onderduikers en verzetsmensen. Vlakbij diens huis, stuitten de verzetsmensen op zijn zoon Herman en schoten hem dood. Vijf dagen later volgde de werkelijke wraak. In de ochtend van 4 november werd Taeke Schuilenga door drie man opgehaald en naar het Scholtenshuis gebracht, het Groningse SD-hoofdkwartier. Dezelfde avond werd hij meegenomen in een auto. Tussen Oosterwolde en Veenhuizen stopten ze. Bij een afgelegen boerderij sloegen de honden aan. Een dag later werd het lichaam van Taeke Schuilenga, 65 jaar, verborgen onder bladeren, door een arbeider ontdekt. Schuilenga was, als represaille voor de aanslag op Herman Nobach, zonder vorm van proces door het hoofd geschoten. Die dagen werd ook Gerrit Beukema, gemeentesecretaris te Grootegast, omgebracht. Taeke Schuilenga ligt begraven op de Algemene Begraafplaats in Surhuisterveen.