Het Duitse leger had al lang geen controle meer over het luchtruim. De economische centra waren regelmatig het doelwit van massale geallieerde bombardementen, maar het Bomber Command wilde ook het moreel van de bevolking ondermijnen.
Op 13 april 1944 werd de B-17-bommenwerper 'The Joker', die op een Flying Fortress leek, samen met andere vliegtuigen op missie gestuurd. Het doelwit was de industriestad Schweinfurt in het midden van Duitsland. Kort voor ze hun doel bereikten, werden de bommenwerpers in het vizier van Duitse jachtvliegtuigen genomen. De geallieerde jachtvliegtuigen die de formatie moesten beschermen, lieten op zich wachten. Ondanks het feit dat de achtervolging werd gestaakt toen de geallieerde versterking arriveerde, leed de formatie zware verliezen.
Van de 24 toestellen van de 384e Groep bereikten er slechts 11 het doel. Toen ze dichterbij kwamen, werd de formatie opnieuw aangevallen. De Flak beschoot de bommenwerpers, waarbij 26 mannen omkwamen en 9 toestellen werden neergeschoten. Onder de slachtoffers bevond zich de boordschutter van de Joker, Sergeant-technicus James Young.
De overige vliegtuigen maakten rechtsomkeer. De Joker was geraakt en verloor geleidelijk hoogte, waardoor de inzittenden bij de Belgische grens uit het vliegtuig moesten springen. In het dorp hadden de inwoners een vliegtuig laag zien overvliegen en ze drie parachutes in de lucht gezien voordat de Joker tegen de heuvel botste en de omgeving in brand zette. Toen ze ter plaatse kwamen, slaagden ze erin de brand te blussen. In het uitgebrande vliegtuig werd alleen het stoffelijk overschot van Sergeant Young gevonden.
Ter gelegenheid van de 40e verjaardag van het ongeval werd op de heuvel een gedenkteken opgericht. Een informatiebord beschrijft het lot van de andere piloten na de crash. Sergeant Young werd geadopteerd door de inwoners van Bérismenil en zijn naam werd ook toegevoegd aan het oorlogsmonument voor gesnuevelden in het centrum van het dorp.