#Monument

Was het nodig of was het een vergissing?

Een bord met een Fries gedicht langs de Weibuorren herinnert aan de strijd die hier werd gestreden: Wie’ t nedich of wie’ t in fersin Was het nodig of was het een vergissing Nimmen dy’t it no mear útlizze kin Niemand die het nu nog zeggen kan. Mar sy dy’t hjir fochten ha, ha dit dien Maar zij die hier hebben gevochten hebben het gedaan Foar in bettere takomst foar elkenien Voor een betere toekomst voor iedereen De eerste dichtregel geeft het dilemma aan waar de verzetsstrijders mee te maken kregen met de vrijheid in zicht: Was het nodig om de strijd aan te gaan of niet.

In de vroege ochtend van zaterdag 14 april 1945 hadden verzetsstrijders van de Binnenlandse Strijdkrachten (BS), zich geïnstalleerd in hun hoofdkwartier bij café Gorter, wachtend op de komst van de Canadezen. Tegen half zes ‘s ochtends kwam er een melding dat vanaf de Mounleane een wagen bespannen met twee paarden het dorp in kwam rijden. Op de wagen zaten zich terugtrekkende Duitse militairen met hun Nederlandse handlangers. Hoeveel het er precies waren was in de ochtendschemering niet in te schatten. Later bleekt dat het zo’n 45 bewapende soldaten waren.

Commandant Lourens beval zijn manschappen (twaalf in totaal) hun stellingen in te nemen in de schuttersputjes naast de weg. 

Toen de wagen de commandopost naderde, riep de commandant hen toe: ‘Geeft jullie over!’. Dat gebeurde niet. In plaats daarvan brak er een vuurgevecht uit. Wie als eerste begon te schieten is nooit opgehelderd. Als eerste sneuvelden de beide paarden. Het was daarna een ongelijke strijd. Tegen een overmacht van getrainde militairen maakten de verzetsstrijders geen schijn van kans. 

Met mitrailleurs en met Panzerfaüste (anti-tank projectielen) werd de voorkant van café Gorter aan flarden geschoten. De commandant besloot zijn mannen terug te trekken, maar voor een aantal was het door het hevige vuur niet mogelijk. Wie dat kon probeerde een goed heenkomen te zoeken. De Duitsers gingen het café en de schuur binnen en bevrijdden veertig personen die door de BS gevangen waren gezet. 

Niet lang daarna naderden Canadese gevechtswagens vanaf de Mounleane. Het ging hier om twee eenheden van het B Squadron Royal Canadian Dragoons. Al schietend kwamen ze het dorp binnen. Toen was de strijd snel beslecht. Binnen tien tot twintig minuten stonden de Duitsers met de armen omhoog en werden ontwapend. Om zes uur die ochtend was Ureterp bevrijd. 

Er heeft nog een kort vuurgevecht plaatsgevonden bij de kerk aan het Selmien, daarbij werd op de Tsjerkeleane de jonge Gerard Hempenius door een verdwaalode kogel dodelijk getroffen. 

Inmiddels warende gevluchte gevangenen van de BS weer gearresteerd en kon de trieste balans worden opgemaakt. 

Schoorvoetend durfden de eerste Ureterpers zich op straat te vertonen. Wat ze toen zagen was afschuwelijk. Op de Weibuorren was het één grote chaos. Half in de schuttersputjes hingen vier gesneuvelde BS’ers. Op straat lagen drie dode Duitse soldaten, negen kermende gewonden en vier doodgeschoten paarden. 

Even verderop werd in een sloot nog een vierde dode Duitser gevonden.  

De Canadezen hadden 26 tegenstanders gevangen genomen, plus de vier landwachters, die de dag tevoren bij Ureterpvallaat waren overmeesterd. Deze dertig werden onder escorte van de overgebleven BS’ers lopend naar Donkerbroek gebracht en aldaar aangekomen overgedragen aan de autoriteiten. 

Drie Royal Canadian Dragoons werden later militair onderscheiden voor onder meer hun moedige optreden in Ureterp: 
Major Jean Prosper Gautier met de Distinguished Service Order (DSO), lieutenant John Parkin Best met het Military Cross (MC) en sergeant Robert Frederick Davidson met de Military Medal (MM). 

Ter nagedachtenis aan de vier slachtoffers van de schietpartij bij café Gorter op 14 april 1945 werd in Ureterp vijftig jaar later een monument opgericht door Vereniging Plaatselijk Belang. De namen van de slachtoffers: Jan Lammert van der Broek, Aalzen de Jager, Cornelis Tump (allen verzetsstrijders) en de jonge Gerard Hempenius. De drie verzetsstrijders werden op 18 april 1945 met militaire eer begraven.

Photos