De liggende vrouw symboliseert het oorlogsverleden van Zutphen; zij is gevallen en letterlijk ‘onthand’. De staande vrouw boven haar verbeeldt de wederopbouw van de stad na de Tweede Wereldoorlog. Met haar haren en jurk wapperend in de wind heft ze triomfantelijk haar rechterarm in de lucht. Haar linkerhand rust dramatisch op haar voorhoofd, als teken van de geleden ontberingen.
Start van de wederopbouw
Na de bevrijding had Zutphen een verwoeste en desolate uitstraling. Bijna geen enkel huis was onbeschadigd; honderden huizen waren totaal vernietigd, en duizenden andere waren licht tot zwaar beschadigd. Ook de infrastructuur, zoals wegen, bruggen, spoorwegen, elektriciteit en water, was zwaar getroffen. Al in 1945 werden er plannen gemaakt voor de wederopbouw van de stad. In 1946 begon men met de bouw van de eerste nieuwe woningen. Op 21 juni 1946 legde burgemeester De Jonge de eerste steen voor de wederopbouw.