Op donderdag 29 maart 1945 waren fanatieke Duitse troepen door de oprukkende Geallieerden teruggevallen naar het gehucht Woold. Dit waren meestal jonge en onervaren rekruten, ingezet in een wanhopige poging om het onvermijdelijke uit te stellen. Ze zochten dekking in de velden, gewapend met grote hoeveelheden antitankwapens, waaronder de gevreesde Panzerfaust. Elke Panzerfaust bevatte 800 gram explosieve lading, genoeg om een tank te doorboren en uit te schakelen.
De grens
De grens tussen Nederland en Duitsland dateert van voor de Duitse natie zelf. De grensstenen in dit gebied, die nu de grens met de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen markeren, markeerden oorspronkelijk de grens tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het voormalige Koninkrijk Pruisen. De nummering van de grensstenen begint in het zuiden van Luxemburg, dat toen nog bij Nederland hoorde. Steen nummer 862, de laatste, ligt niet in Groningen, maar bij Enschede. Dit markeert het historische einde van Pruisisch grondgebied, dat pas in 1871 deel ging uitmaken van Duitsland.
Op sommige plaatsen staan nog 18e-eeuwse stenen met de wapenschilden van het hertogdom Gelder en het bisdom Münster. Andere zijn bescheidener, met alleen de letters "G" en "M".
Nieuwe grensstenen
Na de Napoleontische tijd ontstonden er nieuwe Europese staten, waaronder het koninkrijk Pruisen ten oosten van Nederland. Er werd besloten dat de grens door de Achterhoek, die in 1765 was vastgesteld, ongewijzigd zou blijven. Er werden nieuwe grenspalen geplaatst, dit keer van beschilderd hout in plaats van steen, waarschijnlijk uit kostenoverwegingen. Een eeuw later werden deze vervangen door duurzame stenen markeringen in de vorm van obelisken. Net achter de bank zie je grenspaal nummer 762A.