Vanuit dit pand konden zowel het spoor als de overweg, de Coehoornsingel en de Deventerweg onder vuur worden genomen. Een groep fanatieke, piepjonge ‘Fallschirmjäger’ verdedigde het gebouw met mitrailleurs en geweren en maakte veel slachtoffers.
De Canadezen besloten hun troepen niet onnodig in gevaar te brengen en zetten het pand met een vlammenwerper vanuit een pantservoertuig in brand. De Duitse soldaten overleefden de aanval niet. De zwartgeblakerde muren van de uitgebrande huizen bleven als stille getuigen van het drama overeind. In 1949 werd het hoekhuis (Nieuwstad 105-111) herbouwd; het naastgelegen pand (Nieuwstad 103) volgde enkele jaren later.