In de kerkgemeente van Mariënberg was dominee Pieter Hendrik Wolfert (1902-1945) al sinds 1933 de voorganger. Vanaf het begin van de oorlog keerde Wolfert zich tegen de Duitse bezetter, zowel in preken als in daden. Hij zette zich bijvoorbeeld in voor onderduikers. In november 1942 leidde dit ertoe dat hij ook zelf moest onderduiken; onder de naam A. Brandsma vertrok hij naar West-Nederland. In de zomer van 1944 keerde Wolfert terug om het verzetswerk en het werk als dominee voort te zetten.
Ook de koster van de gereformeerde kerk, Harm de Lange (1922-1945), had een rol in het plaatselijke verzet. Hij was onder andere betrokken bij de Raad van het Verzet en maakte schuilplaatsen in het kerkgebouw voor onderduikers.
Vlak voor de bevrijding liep een sabotageactie voor de verzetsgroep verkeerd af. In de nacht van 25 op 26 maart 1945 saboteerde de groep bruggen en een spoorweg om de vluchtweg van de Duitse soldaten te verstoren. Het ging gepaard met een vuurgevecht, waarbij De Lange dodelijk gewond raakte. Later die maandag 26 maart werden verschillende verdachten gearresteerd. Hieronder bevond zich ook dominee Wolfert. Enkele dagen later werd hij geëxecuteerd, op 29 maart 1945 langs de kant van de weg tussen Almelo en Wierden.