Vanaf augustus 1944 werd het Stegerenseveld het kloppend hart van de verzetsactiviteiten van de groep uit Vroomshoop. Onder de codenaam ‘Evert’, vernoemd naar kapitein Evert Lancker, vonden hier dertien succesvolle droppings plaats. Bij elke dropping werden 15 tot 28 containers met wapens, munitie en proviand afgeworpen, goed voor in totaal ongeveer 48 ton aan materiaal. Deze goederen werden vervolgens per fiets, paard en wagen of zelfs per schip naar bestemmingen in de noordelijke provincies vervoerd.
De verzetsgroep Vroomshoop bereidde zich onder leiding van commandant Frits Haselhoff voor op de bevrijding, maar hij moest onderduiken toen vanuit kamp Erika steeds meer razzia’s werden gehouden. Op 5 december 1944 overleefde hij op wonderbaarlijke wijze een huiszoeking van de Duitse bezetter door zich schuil te houden onder een stapel aardappelzakken.
De verzetsgroep, bestaande uit ongeveer twaalf mannen, opereerde in het grootste geheim. De meesten kwamen uit Vroomshoop, Den Ham, Beerzerveld, Mariënberg en omgeving. Uit Twente en Salland dus. Ze verborgen zich in een schuilhut in het bos, omringd door springladingen die bij ontdekking tot ontploffing gebracht konden worden.
Tijdens droppings stonden gewapende leden verdekt opgesteld, klaar om in te grijpen bij een Duitse inval. Ondanks meerdere zoekacties door de 'Wachgruppe Ommen' vanuit kamp Erika, werdde groep nooit ontdek. Die ‘stilte in het bos’ was mede te danken was aan de zwijgzaamheid en steun van de bevolking van Stegeren.
Een sleutelfiguur in deze operaties was geheim agent en telegrafist Jaap Beekman, alias ‘Maurits’. Via zijn zendberichten onderhield hij contact met de Raad van Verzet in Londen en coördineerde hij dertien geslaagde droppings in Stegeren, een unicum in Nederland. Na de oorlog werden hij en zijn medestrijders ‘De vergeten soldaten van Oranje’ genoemd.
Naast de droppings voerde de verzetsgroep ook sabotageacties uit, zoals het ondermijnen van bruggen en spoorlijnen. Ze ondersteunden onderduikers, waaronder Amerikaanse piloten die bij landbouwer Marinus de Bruin in Beerzerveld waren ondergebracht. De wapens die via Stegeren werden gedropt, bewezen hun waarde bij latere confrontaties met de Sicherheitsdienst.
Na de oorlog werden de leden van de verzetsgroep Vroomshoop lange tijd vergeten. Pas op 4 mei 1985 kregen zij erkenning met de onthulling van een monument aan de Stegerdijk. De plaquette draagt de inscriptie: ‘Afwerpterrein Stegeren 1944 – 1945. In dankbare herinnering aan de verzetsgroep Salland, gedragen door de steun en zwijgzaamheid van de bevolking’.