De basis voor de collectie van het museum is direct na de oorlog gelegd door Henk Abbink. Als tiener was hij getuige van het neerstorten van een vliegtuig achter zijn ouderlijk huis. Het bleek later de P-47 Thunderbolt van Majoor F.J. Nelander te zijn. De jonge Henk zag hoe de piloot zich in veiligheid wist te brengen en zich ontdeed van zijn wapen door het tijdens zijn vluchtpoging in de sloot te gooien. Dat pistool, opgevist door Henk en zijn vader, was het begin van een verzameling zoals deze nu te zien is in het museum.
Er zijn ook diverse voertuigen en motorfietsen te vinden, zoals onder meer de befaamde Studebaker Weasel (een amfibievoertuig) en de Bren Carrier. Bijzonder trots is het museum op zijn uniformkabinet. Nederlandse, Duitse, Engelse, Canadese en Amerikaanse uniformen van allerlei legeronderdelen staan tentoongesteld. Gevechtstenuen maar ook gala-uniformen.
Wat het museum bijzonder maakt zijn de persoonlijke verhalen van veteranen. Uiteraard het verhaal van Majoor Nelander, maar bijvoorbeeld ook de Canadese Captain S.J. Cornish. Cornish was het hoofd van een kleine meteorologische eenheid. Na een bezoek aan het museum liet hij zijn dochter weten dat bij zijn overlijden al zijn militaire uitrustingsstukken aan het museum moesten worden geschonken. Aldus geschiedde en het museum beschikt nu over een complete kledingkist van deze Captain. Uiteraard met het verhaal over de herkomst ervan.