Een belangrijke spil in het Twents-Sallandse verzet was kapitein Albert Ferdinand Lancker (1894-1945), schuilnaam ‘Evert’. Bij de inval van nazi-Duitsland vocht Lancker mee in het Nederlandse leger; vervolgens dook hij onder en startte een verzetsbeweging op. In zijn woning te Hellendoorn kwam het hoofdkwartier van de Raad van Verzet. Hiervandaan werden verzetsacties gecoördineerd zoals de onderduik, wapendroppings en onderdak voor neergestorte piloten.
Later verplaatste de commandopost zich naar Hoge Hexel, in het huis van de familie Nieuwboer. Op 11 februari 1945 deed de Sicherheitsdienst (SD) daar een inval. De aanwezigen werden gefouilleerd, maar Lanckers pistool werd over het hoofd gezien. Lancker wist twee Duitse soldaten uit te schakelen en sloeg daarop op de vlucht. In de achtervolging werd hij meerdere keren geraakt en hij zakte uiteindelijk in een veld in elkaar. Vermoedelijk schoot hij zichzelf nog een kogel door het hoofd, om niet levend in handen van de bezetter te vallen.
In Hoge Hexel en Hellendoorn zijn twee straten naar Lancker vernoemd. In 1949 vond de onthulling plaats van het monument voor hem in Hoge Hexel.