Op Dolle Dinsdag, 5 september 1944, was de paniek onder Duitse soldaten en NSB’ers groot. Men dacht dat de bevrijding nu snel kwam en sloeg vaak op de vlucht richting Duitsland en het oosten. Verschillende NSB-partijleiders evacueerden naar Oost-Nederland, zoals partijleider Anton Mussert. Hij verhuisde met zijn vrouw Maria vanuit Utrecht naar Almelo, naar het landhuis de Bellinckhof. Dit huis was tot dan toe van de textielfamilie Ten Cate.
Anton Mussert bleef er officieel wonen tot 2 april 1944 - hoewel zijn vrouw er vaker aanwezig was dan hijzelf, om veiligheidsredenen wisselde hij regelmatig van verblijfplaats. Na de bevrijding van Almelo, op 4 april 1945, wordt de inventaris in beslag genomen door de Nederlandse Staat. Het landhuis wordt nog een tijd gebruikt door Canadese officieren, die daarbij beschadigingen achterlieten.