In Almelo stond aan de Wierdensestraat 27 een filiaal van de Nederlandsche Bank, waar in 1944 een grote hoeveelheid geld bewaard werd. Het was hierheen gebracht in opdracht van Reichskommissar Seyss-Inquart, waarschijnlijk om later naar Duitsland te laten transporteren. Het Overijsselse verzet kreeg hier lucht van. Vanwege de Spoorwegstaking (september 1944) en andere verzetsacties in de cruciale oorlogsjaren 1944 en 1945 zat het nationale verzet in geldnood en zou dit bedrag dus zeer welkom zijn.
Verzetsstrijder Derk Smoes, oud-medewerker van de bank, leidde de overval. Vanuit het hoofdkwartier van de Binnenlandse Strijdkrachten in Londen kreeg de groep toestemming voor het plan. Door de kennis van Smoes lukte het om soepel binnen te komen en de NSB-directeur te dwingen de dertien geldkisten prijs te geven. De kisten werden alle ingeladen in een vrachtwagen waarna de groep met hun buit kon ontkomen.
Echter zou nog voor het eind van het jaar de buit weer worden teruggevonden. De Duitse bezetter zette een grote zoektocht in en kon op 29 november informatie achterhalen via een gevangen Zwolse verzetsstrijder, Berend Bruynes. Niet lang erna werden negen van de overvallers opgepakt onder wie Derk Smoes. In de verhoren kwam de schuilplaats van het geld naar boven: in een hooiberg bij de boerderij van Nijland in Daarle.
Zes van de gearresteerde verzetsleden overlijden in een concentratiekamp, zo ook Derk Smoes. Via de Almelose straten Derk Smoeslaan en Henk Höftenstraat worden twee van hen herdacht. Het bankgebouw is in de zeventiger jaren van de vorige eeuw gesloopt.