Toen in september 1944 de bevrijding van Nederland nabij leek, besloten de Duitsers het landelijke bestuursapparaat in Den Haag grotendeels te verplaatsen naar Delden. Tientallen medewerkers van het Rijkscommissariaat Nederland en hun gezinnen vestigden zich in gevorderde hotels, villa’s, garages en kasteel Twickel. Het kasteel werd het onderkomen voor een 22-koppige staf onder leiding van Hauptmann Heinisch, de adjudant van nazi-kopstuk Seyss-Inquart.
Op de ochtend van bevrijding van Delden, 3 april 1945, stonden de Canadezen in het park van Twickel. Er volgde een schotenwisseling, waarbij de noordtoren van het kasteel beschadigd raakte. Het merendeel van de Duitsers maakte zich al snel uit de voeten, maar kapitein Heinisch voelde er niets voor om te vluchten. In plaats daarvan doodde hij zijn vrouw, hun kleinzoon en zichzelf.
De door de Duitsers achtergelaten goederen vormden een aantrekkelijk doelwit voor de inwoners. Ze plunderden een schip vol jassen, tricots, laarzen en polswarmers, dat in de haven lag. Tot de achtergelaten spullen hoorde ook de zilveren sigarendoos van Seyss-Inquart in kasteel Twickel. Deze werd later in beslag genomen door de Vermogensopsporingsdienst. In de stallen van het kasteel lag voor vele duizenden guldens aan levensmiddelen, drank en glaswerk opgeslagen. Bijna alles ging in vrachtwagens naar het westen van het land, waar de hongerwinter had toegeslagen. Dit tot grote teleurstelling van de plaatselijke commandant van de Binnenlandse Strijdkrachten.
Een maand na de bevrijding keerde het Rijkscommissariaat in de persoon van Seyss-Inquart even terug naar Delden. Hitlers hoogste vertegenwoordiger in Nederland was op 8 mei gearresteerd in Hamburg. Hij werd overgebracht naar een streng bewaakte tent in het geallieerde legerkamp bij kasteel Twickel. Seyss-Inquart moest daarbij zijn eresabel afstaan, die hij had gekregen van SS-leider Himmler. De sabel gaven de Canadezen aan de barones van Twickel. Uit angst voor wraak van de plaatselijke bevolking werd Seyss-Inquart overgeplaatst naar de watertoren van Delden. Hij bleef daar slechts kort. Een jaar later kreeg de nazileider de doodstraf.
Het 1e Canadese legerkorps verbleef enkele weken in het legerkamp op landgoed Twickel. Dankzij goede telefoonverbindingen kon generaal Crerar leidinggeven aan de geallieerde operaties in Duitsland. Er werd zelfs een provisorisch vliegveldje aangelegd voor de verkenningsvliegtuigjes, die de troepenbewegingen van de Duitsers in de gaten hielden.