Dinsdag 10 april 1945 waren er naar schatting nog enkele honderden Duitse soldaten in Ommen actief. De Canadees militair overste Thomson wilde in deze fase van de oorlog zijn troepen geen onnodig risico laten lopen. Hij gebruikte daarom zo veel mogelijk artillerie– en mortiervuur om vanuit het zuiden de weerstand van Duitse troepen te breken en zo het aantal slachtoffers aan Canadese zijde te beperken.
Zijn superieuren gaven ondertussen de 6e Canadese Infanteriebrigade opdracht om in het spoor van de 1e Poolse Pantserdivisie om Ommen heen te trekken in de richting van het noordelijk gelegen Balkbrug, dat toen al bevrijd was.
Bij hun opmars werden zij aan het begin van de avond tussen Ommen en Balkbrug geconfronteerd met naar het noorden terugtrekkende Duitse troepen. Deze boden fel tegenstand. Een hevig vuurgevecht ontstond waarbij drie boerderijen in Witharen zwaar werden getroffen en volledig afbrandden.
De families Van Lenthe, Bakker en Slijkhuis wisten gelukkig tijdig een veilig heenkomen te zoeken, maar konden niet anders dan machteloos toezien hoe zij op de laatste dag van de oorlog dakloos werden. Geschrokken door de felle tegenstand trokken de geallieerde troepen zich terug richting Balkbrug. De volgende ochtend, woensdag 11 april slaagden de Canadese troepen erin ook Ommen en Witharen te bevrijden om via Balkbrug hun opmars naar het noorden van Nederland voort te zetten.