Op 30 april 1945 was voor Holten de oorlog voorbij. Inwoners van Holten pakten de draad weer op en begonnen met het herstel van huizen en boerderijen. Geallieerde troepen reden nog af en aan om spullen af te voeren.
Rond elf uur op die 30e april waren vijf soldaten van de Britse 24th Bomb Disposal Company bezig met het ontmantelen van een V2. Zij reden met een ‘Bomb Disposal Lorry’ op de kruising van de Markeloseweg en Rijssenseweg en sleepten het explosieve deel van de V2 achter zich aan. Dit was heel ongebruikelijk.
Corporaal James Patrick Coyne zat op de V2. Naast hem liepen soldaten. Opeens was er een enorme explosie. Toen het stof was neergedaald waren er zes doden te betreuren: vijf soldaten van Bomb Disposal Company en de 23-jarige Corrie Lepelaar uit Leiden, die in de oorlog in Holten was ondergebracht bij de familie Ten Velde. De tragiek wil dat zij alweer naar huis had gekund. Zij had het echter goed bij de familie en besloot daar nog te blijven om mevrouw Ten Velde te helpen, die in verwachting was. Corrie Lepelaar is begraven op de Oude Begraafplaats in Holten.
Het lichaam van Coyne werd nooit teruggevonden. De omgekomen soldaten John Edward Harris en George Edward Wareing werden op de algemene begraafplaats in Almelo begraven en Leslie Cotton en John Swarbeck McWhinnie zijn begraven op de Canadese begraafplaats in Groesbeek. Bij de explosie werden vijf huizen zwaar beschadigd en talrijke andere liepen lichte schade op. De oorzaak van het ongeluk is onopgehelderd gebleven.