De zes mannen die op 13 oktober 1944 op de plek van het monument werden gefusilleerd, waren zogenaamde Todeskandidaten. Dit waren willekeurig aangewezen gevangenen die bij wijze van represaille, zonder enige vorm van proces werden geëxecuteerd.
Het ‘Herdenkingsmonument 1944’ in Kallenkote is opgericht ter nagedachtenis aan deze zes medeburgers, die actief of passief verzet pleegden tegen de bezetter. Het monument is een grote zwerfkei, waarop een plaquette is aangebracht. Om de zwerfkei heen is een halve cirkel van kleinere keien geplaatst. De tekst op de plaquette luidt:
‘Op deze plek zijn op 13 oktober 1944 door de bezetters gefusilleerd: F.H. ten Berge, 21 jaar; H.G. Bos, 36 jaar; U. de Jong, 47 jaar; P. Schipper, 43 jaar; E. Verver, 35 jaar; J.A. de Vries, 24 jaar. Zonder verzet zou er geen vrijheid zijn.’
Wat er precies gebeurde op 13 oktober, bleek na de oorlog uit de geraadpleegde procesverslagen. Op die dag werden zes celnummers willekeurig gekozen en die zes mannen werden naar de schietbaan van Kallenkote overgebracht. Ze werden op een rij gezet en Hauptscharführer Habener, de leider van het executiepeloton, las daar het Niedermachungsbefehl van Hans Albin Rauter, de Höhere SS- und Polizeiführer in Nederland, voor.
Als reden voor executie werd ‘verboden wapenbezit’ genoemd. Een paar minuten later werden de mannen gefusilleerd. Kort daarna krijgt Jan Hendrik van Dalen, een boer die op een naburig land aan het werk was, opdracht om de zes lichamen van de schietbaan te halen en naar de begraafplaats in Kallenkote te vervoeren.