#Verhaal
Fusillade van meester Boldewijn
Toen de Tweede Wereldoorlog voortduurde, en de geallieerden terrein wonnen, werden de acties van de Duitse bezetter harder. Een van die harde maatregelen waren represailles zoals die op meester Arend Boldewijn in Staphorst.
Meester Arend Boldewijn (1891-1943) was hoofdmeester aan de School met de Bijbel in Staphorst. Tijdens de oorlogsjaren is deze school gevorderd door de Duitse bezetter en werd er bij toerbeurt door de westerse en oosterse school les gegeven in de zaal van de boerenleenbank. De zonen van Arend Boldewijn waren actief in het verzet, een van hen wordt gelinkt aan aanslagen op het stadhuis van Stadskanaal en een aanslag op een NSB’er Willem Reilingh op 30 juli 1943.
In september 1943 maakte vooral de SS een begin met represaillemoorden op leden van het verzet of hun familieleden, de zogenaamde actie Silbertanne. Bij een aanslag op een Duitser of een NSB’er werden er drie slachtoffers uitgezocht die werden geliquideerd. Deze moorden zijn doorgegaan tot en met september 1944. In het kader van ‘Silbertanne’ werden op 29 september 1943 meester Arend Boldewijn, Engbertus Johannes Roelfsema, chirurg bij het Meppeler ziekenhuis, en garagehouder Jan Dijkstra uit Meppel opgepakt door de Sicherheitsdienst en doodgeschoten.
Bij meester Boldewijn kwamen ‘s nachts tegen de morgen enkele personen aan de deur die hem verzochten om mee te gaan omdat hij waarschijnlijk zou worden gearresteerd. Zijn vrouw vertrouwde het niet, maar de meester was overtuigd dat het beter was om mee te gaan. Hij is nog verhoord over zijn zoon, waarbij hij geen informatie prijsgaf over diens verblijfplaats.
De auto is de nieuwe snelweg richting Zwolle opgereden en ter hoogte van Dekkersweg is meester Boldewijn uit de auto gehaald en geliquideerd. Zijn lichaam is later op de morgen door twee mannen onderweg naar hun werk ontdekt. In Staphorst werd later de Meester Boldewijnlaan naar hem vernoemd.