"Nadat ik op 30 september 1944 door de Grüne Polizei was opgepakt tijdens een razzia moesten we bij Hasselt en Genne verdedigingswerken aanleggen, loopgraven, kanonstellingen en schuilplaatsen bouwen enz. Het Duitse leger trok zich in het voorjaar van 1945 steeds verder terug, ook in Nederland. Het was april en de Canadezen waren al doorgedrongen tot Hardenberg en Balkbrug, maar de groep Duitsers die ons aan het werk hielp zat nog steeds in Hasselt. We hadden inmiddels al een hele verdedigingslinie aangelegd!"
"In die periode werden we door de Duitse bezetter ook naar het Lichtmis-viaduct gestuurd om grote vliegtuigbommen, explosieven, die door hen op het betonnen viaduct waren gelegd, onder het zand te kruien. Dat was in verband met het gevaar voor trillingen en om ze onzichtbaar te maken voor de geallieerde jagers die dagelijks boven de Zwolseweg vlogen. Ik fietste in die periode elke ochtend naar de Lichtmis op een oude damesfiets met antiplofbanden.”
"Tegen mijn vrouw Geertje had ik gezegd dat ik na het werk nog een keer naar Den Hulst wilde fietsen om te kijken of er nog wat eieren en/of boter te krijgen zou zijn bij haar ouders. Veel te eten was er bij ons niet meer en we wisten natuurlijk niet wanneer voor ons de oorlog voorbij zou zijn. Die bewuste dag waren Amerikaanse jagers in de lucht boven de weg van Zwolle naar Meppel. Ze doken en schoten bijna overal op. Ook een paar keer op het viaduct waar wij aan het werk waren en dan renden we met z'n allen omlaag om beschutting te zoeken. Echt op ons schieten deden ze niet en dat was maar gelukkig ook.”
“Na het werk fietste ik dus in de richting van Den Hulst. Vlakbij de plaats gekomen waar de spoorlijn de weg kruist, kwamen er weer vliegtuigen aan. Ze vlogen boven de spoorlijn, het waren deze keer van die dubbelstaarten zoals wij ze toen noemden. Ze waren groter dan de normale jagers en hadden bommen bij zich. Ze probeerden de spoorbrug te raken en schoten vervolgens op het spoorwegemplacement.”
“Dat herhaalde zich ook op de terugweg van Den Hulst, waar ik de nodige eieren en een half pond boter bij elkaar scharrelde. Dichtbij het Lichtmis viaduct was dit keer een Duitse vrachtwagen het doelwit, die doorzeefd werd met kogels. Met de nodige doden en gewonden tot gevolg. Geschrokken van de ervaring ben ik maar snel doorgereden en de volgende dag ook niet meer voor de Duitsers gaan werken, het werd me te gevaarlijk. Het duurde daarna nog enkele dagen voor we vrij waren en ook hier de laatste Duitse bezetters zich hadden teruggetrokken.”