Het Maison d'Izieu, gelegen in het zuiden van de regio Bugey in Frankrijk, is een gedenkplaats gewijd aan de nagedachtenis van Joodse kinderen en hun opvoeders die het slachtoffer werden van de Holocaust. Deze unieke locatie, met zijn uitzonderlijke panorama, dient als een plaats van herinnering en educatie, om misdaden tegen de menselijkheid te helpen begrijpen en op te treden tegen alle vormen van discriminatie.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het Maison d'Izieu gebruikt als toevluchtsoord voor Joodse kinderen. Deze kinderen werden samen met hun opvoeders verborgen gehouden voor het Nazi-regime in wat werd gezien als een veilige haven. Op 6 april 1944 deed de Gestapo onder leiding van Klaus Barbie echter een inval in het huis. Ze arresteerden 44 kinderen en 7 volwassenen, die vervolgens naar Auschwitz-Birkenau werden gedeporteerd. Slechts één van de volwassenen overleefde; alle kinderen werden vermoord.
In 1988, na het proces tegen Klaus Barbie, werd de vereniging "Musée Mémorial d'Izieu" opgericht om een museum op te richten op de locatie. Met de steun van een nationale en internationale inschrijving kocht de vereniging de site in juli 1990 en na een renovatie van zes maanden die begon in de herfst van 1993, werd het gedenkteken ingehuldigd op 24 april 1994.
Het Maison d'Izieu staat vandaag symbool voor de onschuld die door de Holocaust werd vernietigd. Het is een plaats die aanzet tot waakzaamheid, een universele boodschap overbrengt en optreedt tegen alle vormen van onverdraagzaamheid en racisme. Het monument wil een complexe hedendaagse geschiedenis toegankelijk maken: de Holocaust in Frankrijk, het ontstaan van de internationale rechtspraak en haar werking tot vandaag, en de opbouw van een herinnering aan misdaden tegen de menselijkheid.
Een van de belangrijkste kenmerken van het Maison d'Izieu is de collectie van 71 tekeningen en brieven, een aangrijpende getuigenis van het leven en de ervaringen van de kinderen die er ooit hun toevlucht zochten. Deze items, die sinds 1993 bewaard worden in de Bibliothèque nationale de France, werden gered door Sabine Zlatin na de inval van de Gestapo. Ze bevatten persoonlijke brieven, tekeningen van de kinderen en administratieve documenten en bieden een kijkje in het dagelijks leven en de emotionele wereld van deze jonge slachtoffers.