Het zijn vooral vrouwen, kinderen en ouderen die tot nu toe in de regio Neder-Rijn waren gebleven. Kleef en Goch zijn al verwoest tijdens de bombardementen in oktober 1944. Nu vallen er opnieuw bommen en staan Duitse soldaten klaar om te vechten, want op 8 februari zijn de geallieerden een grondoffensief begonnen. De mensen willen maar één ding: weg! De achtjarige Liesel woont in Uedem. Haar ouders runnen de herberg Zum Mühlentor. Op 13 februari maakt Liesel het bombardement op Uedem mee.
Liesel: “Toen we uit de kelder kropen, hing er een dikke stofwolk, alsof het mistig was. Bij dit bombardement stierven vier soldaten en elf burgers vlak bij ons huis. Wij kinderen pakten onze schooltassen, die al weken klaarstonden bij de kelder. Daarin zat een hemd, een onderbroek, sokken, een familiefoto en ons thuisadres. We klommen over de brokstukken uit de kelder. Voor ons huis stond een jeep in brand. En daarvoor lag iets zwarts. Het was onze buurvrouw Gertrud.” Twee weken later nemen Canadese soldaten Uedem in.
Vanaf 10 maart 1945 is de hele linker Rijnoever in handen van de geallieerden. Nog eens twee weken later beginnen ze bij Rees, Wesel en Dinslaken hun grote aanval over de Rijn.