Voor zonsopgang van zondag 29 oktober 1944 stonden soldaten van de Black Watch of Canada gereed voor hun volgende opdracht. De bevrijding van Goes was goed voorbereid en de artillerie had een uitgebreid beschietingsplan gemaakt om eventuele tegenstand snel de kop in te drukken.
De Canadezen gingen langs de gehuchtjes Dijkwel en Abbekinderen via binnenwegen richting de stad. Pas bij de ’s-Gravenpolderseweg troffen ze de tegenstander aan, waar kort na 9.00 uur een schotenwisseling begon. De Canadese artillerie opende het vuur op de watertoren, die 500 meter verderop aan de andere kant van de watergang lag. De bataljonscommandant kwam zelf kijken en besloot de voorgestelde luchtaanval niet uit te voeren, omdat de precieze plek van de Duitse troepen niet was te bepalen. De schermutselingen hielden nog enkele uren aan en resulteerden in 20 gewonden aan Canadese zijde. Soldaat Norman Wynes overleed op 30 oktober als gevolg van zijn verwonding.
Om 13.00 uur stapten de eerste Canadese soldatenlaarzen op de spoorwegovergangen richting Kloetinge en de Van de Spiegelstraat richting het stadscentrum. Vervolgens reden de pantserwagens vanaf het spoor zonder tegenstand het stadscentrum in. Ondertussen had de hulp-politie van Goes de grootste moeite om de mensen van de straat te houden. Toen de eerste ’tank’ verscheen, was er echter geen houden meer aan. De bewoners van Goes stroomden de Canadezen tegemoet. Het gejuich en het enthousiasme waren onbeschrijfelijk. De enorme emotionele druk, opgebouwd in vier en een half jaar onderdrukking, kwam eindelijk vrij. Op de markt heerste een feestelijke drukte en onder luid gejuich werd de Engelse vlag op het stadhuis gehesen.
Een Canadese soldaat kreeg een fles whisky van het merk ‘Old Mull’ in handen gedrukt. Terwijl hij glunderend zijn buit bekeek, vertelde een oude vrouw dat ze de fles al die jaren speciaal voor deze gelegenheid had bewaard!