#Verhaal
Gevechten bij de wegversperring van Ciply
De wegversperring van Ciply werd gecontroleerd door twee tankvernietigers die de Rue Brunehault in Mesvin dekten en twee andere die de top van de Chaussée de Maubeuge ondersteunden, tussen de kleine rivier de By en het treinstation van Hyon-Ciply. Ze blokkeerden de hoofdweg (RN6) vanuit Maubeuge, van waaruit het ook mogelijk was om het kampgebied binnen te gaan. Vanaf hun uitkijkpunt konden de twee tanks schieten op elk Duits voertuig dat uit de bocht onderaan de helling kwam. Daar werden voertuigen gedwongen te vertragen, waardoor ze gemakkelijke doelwitten werden.
Op zondag 3 september 1944 reed een kleine Duitse colonne van drie halfgepantserde luchtafweervoertuigen door Ciply langs de By (nu Rue Fassiau) en sloeg linksaf richting Mons en de Amerikaanse wegversperring. Toen het eerste pantservoertuig de Saint-Joseph school bereikte, werd het direct geraakt. Monsieur Emile Dehon, die als menselijk schild op de motorkap van het voertuig zat, raakte dodelijk gewond.
De twee semi-tracks die hem volgden werden één voor één vernietigd. Toen de laatste vlam vatte, vloog het huis om de bocht in brand. De voertuigen achteraan het konvooi, vrachtwagens en half-trackers, werden toen het doelwit van de Tank Destroyers, die de weg afkwamen en vuurden. Het was een bloedbad: de gewonden, sommige zwaar verbrand, kermend en kreunend, lagen verspreid rond de voertuigen en de overlevenden vluchtten weg. De Amerikaanse troepen maakten de weg vrij, een strategische verkeersader, door de resten van de voertuigen naar één kant te duwen. De volgende ochtend vonden er nog een paar schermutselingen plaats en werd een tweede konvooi door de wegblokkade bij het Hyon-Ciply station afgeweerd. Volgens alle verklaringen vielen er tussen de vijftien en dertig doden.