In de vroege ochtend van zaterdag 4 november verschenen de eerste jachtvliegtuigen in de lucht als “army support”. Ongeveer 40 Spitfires van vier verschillende squadrons vielen in evenzoveel golven het dorp aan. Verschillende piloten zagen troepenconcentraties, een extra reden om de aanvallen zwaar in te zetten.
Tientallen bommen kwamen terecht op het dorp en zetten het in brand. Alsof dat niet genoeg was, kwam na de eerste jachtvliegtuigen nog een groep Typhoons aanzetten. Die werden gevreesd door de Duitse troepen omdat ze uitgerust waren met raketten. De piloten vuurden raketten af op de torens van drie Dinteloordse kerken. Vervolgens voerden alle groepen vliegtuigen zogenaamde “strafings” uit, duikvluchten met de boordmitrailleurs.Het gevolg was dat op veel plekken in Dinteloord onblusbare branden uitbraken. Gebouwen stortten in en hele straten verdwenen. Het inferno kostte veel inwoners het leven. De overlevenden vluchtten in lange colonnes de veilige polder in.
De bevrijding voelde wrang aan toen de volgende dag Britse troepen onder Canadees bevel het vrijwel totaal verwoeste dorp binnentrokken. Direct organiseerden de bevrijders medische hulp en evacueerden de overlevenden. Bijna vijftig inwoners maakten de bevrijding niet meer mee. De aanval op Dinteloord was een indringend voorbeeld van ‘collateral damage’ tijdens geallieerde operaties in Noord-Brabant.
Tot op de dag van vandaag geldt in Dinteloord zaterdag vier november als de dag van “het bombardement” op hun dorp.