Toen de BBC op 5 juni 1944 meldde dat "de zeemeerminnen lang gebleekt haar hebben", probeerden groepen verzetsstrijders uit Pas-de-Calais zich aan te sluiten bij de maquis in de Ardennen, om zo de Duitse terugtrekking na de landingen in Normandië te blokkeren. Er werden heel veel verzetsstrijders opgeroepen vanuit de hele regio, van de Artois tot aan het mijnbekken.
Het was in die omstandigheden dat de jonge leden van het FUJP (Forces Unies de La Jeunesse Patriotique) zich verzamelden in het dorp Bapalmes. Sommigen van hen stopten bij de boerderij van dhr. Chevalier in Haplincourt, om daar te wachten op medestrijders. Maar ze werden al snel opgemerkt, waarna Duitse troepen het gebouw omsingelden en het vuur openden. De verzetsstrijders reageerden door granaten te gooien. Vanwege een gebrek aan munitie werden de jonge strijders rond 21.00 uur gevangengenomen. Ze werden opgedragen op één lijn te gaan staan, met de handen achter hun hoofd. De Duitsers schoten op hen en slechts twee verzetsstrijders wisten te ontsnappen. Zij overleden echter kort daarna. De dode jongemannen werden daar zonder enig omkijken op de grond achtergelaten.
Na de oorlog is er in Haplincourt een monument opgericht ter ere van deze verzetsstrijders. Dit monument werd op 16 juni 1946 onthuld. De volgende namen staan op het monument gegraveerd:
Michel BAILLON
Raymond MORTREUX
Henri SARAMAGNA
Roger VASSEUR
Jean DUBUS
Roger LEVEL
Paul PETIT