Hij ziet niet veel door de periscoop. Het is warm in de ijzeren geschutskoepel. Buiten schijnt de zon uitbundig. Thuis werkt de Canadees samen met zijn vader Fred in een zeepfabriek. Nu bedient hij een 17-ponder kanon met pantser doorborende granaten. De Duitsers hebben de stad zwaar versterkt met loopgraven, stukken luchtafweergeschut, mitrailleursnesten en sluipschutters.
In Eelde laat Stanley Butterworth (20) zich in de geschutskoepel van zijn Shermantank zakken. Hij is kanonnier, net als zijn broer. Hij denkt heel even aan Fred die met het B-squadron de aanval leidt. Ook hij voelt de vertrouwde doodsangst verdwijnen als de tank de weg oprijdt. Naar Groningen. Nou ja, de angst is niet echt weg. Hij heeft er gewoon geen tijd voor.
Fred Butterworth ziet niet dat een Duitse soldaat zijn Panzerfaust op de Sherman-tank Firefly richt. Een steekvlam schiet uit het beruchte antitankwapen en de granaat explodeert tegen het staal van de tank, die van de weg afzwaait en de gevels van Paterswoldseweg nummer 188 en 190 ramt. Sergeant Chaulk kruipt met zware brandwonden uit de tank. Fred Butterworth zit nog roerloos in de tank. Dood. Fred is de eerste van de 43 Canadese soldaten die hun leven geven voor de bevrijding van de stad Groningen.