Toen enige weken na de hevige strijd in Normandië de Duitse verdediging instortte, begon de massale terugtocht. Al snel werd duidelijk dat de totale evacuatie van het Duitse Vijftiende Leger via de enige nog bruikbare route kon worden uitgevoerd: via Zeeuws-Vlaanderen, Walcheren, Zuid-Beveland naar West-Brabant.
Om het leger van bijna 90.000 man en duizenden voertuigen over te zetten, werd in korte tijd een enorme operatie opgezet waarbij vaartuigen werden gevorderd en gebruik werd gemaakt van de vele Duitse marinevaartuigen die eveneens vanuit diverse Franse havens trachtten weg te komen. Zo ontstond er in de weken voorafgaande aan de Slag om de Schelde een intensief verkeer van mens en materieel.
Veere speelde in die dagen en de daaropvolgende Slag om de Schelde een belangrijke rol. Via de kust en het Kanaal door Walcheren werden veel marinevaartuigen, mensen en materieel naar de noordelijk gelegen eilanden en het Hollands achterland geëvacueerd. Ook was de haven een belangrijk bevoorradingspunt voor de Duitse eenheden op Walcheren en de bezetting van de Atlantikwall. Het was dan ook niet verwonderlijk dat het sluizengebied bij Veere een belangrijk doelwit werd voor de oprukkende geallieerde eenheden; het sluiten van de laatste achterdeur voor de Duitse eenheden op Walcheren.
Om die reden werd de stad beveiligd door een grote, Duitse troepenmacht en luchtdoelgeschut. De Duitse troepen verzetten zich uiteindelijk niet. Na een nachtelijke beschieting op 7 november gaf de Duitse troepenmacht zich over. Waarschijnlijk was de uitzichtloosheid van de situatie dan al meer dan duidelijk; generaal Daser had zich de dag daarvoor al overgegeven in Middelburg.
Bezoek de website van Zeeuwse Ankers voor uitgebreide informatie, persoonlijke verhalen en video’s over de Slag om de Schelde.