7 augustus 2025

Hiroshima en Nagasaki: Oorlog, Herinnering en de Strijd voor Onafhankelijkheid in Azië

Van de Japanse invasie van China tot de atoombombardementen op Hiroshima en Nagasaki: de Tweede Wereldoorlog verspreidde zich tussen 1937 en 1945 over Oost- en Zuidoost-Azië. Waar in sommige Europese landen de oorlog vaak wordt herinnerd als een strijd tegen het fascisme en een moment van nationale bevrijding, volgde het conflict in de Stille Oceaan een ander pad: een pad waarin imperialistische ambities, koloniale overheersing en verzetsbewegingen met elkaar botsten. Voor velen in Azië betekende het einde van de oorlog niet echte bevrijding, maar het begin van een strijd om zich te ontdoen van niet alleen de Japanse bezetting, maar ook van de oudere Westerse koloniale machten. Terwijl we de herdenking van Hiroshima en Nagasaki vieren, is het van groot belang om dit andere front van het wereldwijde conflict opnieuw onder de loep te nemen, en om te overdenken hoe de verwoestende afloop niet alleen Japan, maar het hele Aziatische continent heeft hervormd.

Een Oorlog die Begon in Azië 

Hoewel de wereldwijde oorlog officieel in Europa begon in 1939, was de Tweede Wereldoorlog in Azië al eerder begonnen, met de grootschalige Japanse invasie van China in juli 1937 — een conflict dat bekendstaat als de Tweede Chinees-Japanse Oorlog. Na een schermutseling bij Peking op 7 juli escaleerden de vijandelijkheden snel. Japan streefde naar dominantie in Oost-Azië en veroverde grote steden als Shanghai en Nanjing, waar het leger gruwelijke wreedheden tegen burgers beging. 

Hoewel China aanvankelijk alleen stond, bleef het weerstand bieden, mede dankzij beperkte steun van de Sovjet-Unie, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. Naarmate Japan zich verder uitbreidde in de regio, begonnen Westerse machten zich ermee te bemoeien. Na het bevriezen van Japanse tegoeden op 26 juli, legde de VS op 1 augustus 1941 een olie-embargo op. In december sloeg Japan terug met de verrassingsaanval op Pearl Harbor. Dat trok de VS volledig in de oorlog en leidde tot een hevig en complex conflict in de Stille Oceaan. 

In de eerste maanden van 1942 veroverde Japan gebied na gebied — van Hongkong tot de Filipijnen en Nederlands-Indië — en kreeg zo toegang tot waardevolle grondstoffen. Maar halverwege 1942 keerde het tij. Bij de Slag om Midway brachten Amerikaanse troepen een zware slag toe aan de Japanse marine. Vanaf dat moment begonnen de geallieerden aan een lange en bloedige herovering, eiland voor eiland, over de Stille Oceaan. 

Hiroshima en Nagasaki 

Begin 1945 werd de situatie voor Japan steeds nijpender. Amerikaanse troepen bereikten het Japanse vasteland en Amerikaanse bommenwerpers brachten grote verliezen toe onder de burgerbevolking. In maart kostte het vuur- bombardement op Tokio minstens 80.000, mogelijk tot wel 100.000 mensenlevens — in één nacht. 

In augustus bereikte de oorlog een gewelddadig einde. Op 6 augustus liet de VS een atoombom vallen op Hiroshima; op 9 augustus volgde Nagasaki. De verwoesting was onmiddellijk en totaal. Tientallen duizenden mensen kwamen direct om het leven, velen stierven later aan verwondingen en stralingsziekte. Deze bombardementen blijven tot op de dag van vandaag een van de meest bediscussieerde militaire beslissingen in de geschiedenis — door sommigen gezien als noodzakelijk om een overgave af te dwingen, door anderen als een ongekende vorm van massaterreur. 

Op dezelfde dag dat Nagasaki werd gebombardeerd, lanceerde de Sovjet-Unie een grootschalige aanval op Mantsjoerije. Die ontwikkeling overviel de Japanse leiding en versnelde het besluit tot overgave. 

Japan kondigde zijn voornemen aan om te capituleren op 15 augustus. De officiële ondertekening volgde op 2 september, waarmee de Tweede Wereldoorlog officieel ten einde kwam. Maar in veel delen van Azië was ware vrede nog ver weg. 

Het Einde van de Oorlog en de Opkomst van Onafhankelijkheidsbewegingen 

Het einde van de oorlog in Azië betekende de val van het Japanse rijk, maar bracht niet automatisch zelfbeschikking met zich mee. In tegenstelling tot West-Europa, waar bevrijding vaak betekende dat nationale soevereiniteit en democratie werden hersteld, had het begrip ‘bevrijding’ in Azië een complexere lading. “Bevrijding” betekende de nederlaag van Japan, maar voor velen gaf het ook hoop op bevrijding van eeuwenlange Westerse overheersing. 

Voor de oorlog stonden de meeste Aziatische landen onder buitenlandse controle: India en Malaya onder de Britten, Indochina onder de Fransen, Indonesië onder Nederland, en de Filipijnen onder de Amerikanen. De Japanse bezetting — hoe bruut en uitbuitend ook — verstoorde deze koloniale structuren en wekte in sommige gevallen visioenen van een andere toekomst. Toen de oorlog ten einde liep, werden die hoopvolle gedachten omgezet in concrete eisen. 

Voor veel onafhankelijkheidsactivisten, zoals Aung San in Birma en Soekarno in Indonesië, bood het conflict een kans om hun soevereine aspiraties kenbaar te maken. Zij geloofden dat met de nederlaag van Japan er ruimte ontstond voor nieuwe, onafhankelijke Aziatische naties. 

Maar de terugkeer van de koloniale machten bemoeilijkte dit streven. Westerse regeringen handelden snel om hun oude gezag te herstellen: de Britten namen Malaya en Hongkong weer in bezit, de Fransen keerden terug naar Indochina. Deze pogingen tot herstel van de vooroorlogse orde leidden tot nieuw verzet en geweld. In veel gebieden werd de onafhankelijkheid pas na lange en bloedige conflicten bereikt, sommige tot ver in de jaren vijftig en verder. 

Een Nieuw Machtsevenwicht 

Tegelijk met de dekolonisatie ontstond een nieuwe wereldorde. In 1943 nam de Chinese leider Chiang Kai-shek deel aan de Cairo-conferentie met Roosevelt en Churchill — een moment dat symboliseerde dat voor het eerst een niet-Westerse leider als volwaardige partner in de geallieerde strategie werd erkend. 

Maar die erkenning bleek van korte duur. De relaties tussen de VS en China verslechterden tijdens de oorlog, en in 1949 namen de Chinese communisten de macht over op het vasteland — wat de geopolitieke balans in Azië drastisch veranderde. Ondertussen onderging Japan, dat tussen 1945 en 1952 bezet was, een diepgaande transformatie. Het keizerlijke systeem werd ontmanteld en het land werd hervormd tot een parlementaire democratie. 

Toch lag de blijvende erfenis van de Stille Oceaan-oorlog niet alleen in veranderde instellingen of nieuwe allianties, maar in de onomkeerbare ineenstorting van de oude imperiale wereldorde. De oorlog had de illusie van Westerse onaantastbaarheid verbrijzeld en bewegingen ontketend die de politieke kaart van Azië volledig zouden hertekenen. 

Herinnering aan Hiroshima en Nagasaki 

Terwijl de wereld de herdenking van Hiroshima en Nagasaki markeert, worden we niet alleen herinnerd aan de angstaanjagende kracht van de atoombom, maar ook aan de kwetsbaarheid van vrede en de diepe littekens die zijn achtergelaten door decennia van oorlog en kolonisatie. 

Voor velen in Azië betekende het einde van de Tweede Wereldoorlog geen bevrijding in de West-Europese zin, maar een keerpunt dat de strijd intensiveerde om een toekomst vorm te geven — een toekomst die niet langer bepaald werd door buitenlandse overheersing. 

Photos